
Wondere onderwaterwereld en vette klei
23 juli 2012
In een wetsuit lopen we achter onze snorkelgids over houten plankieren door de jungle. 'Wat een groene weelde weer!', denk ik bij mezelf. 'En dat net buiten zo'n toeristisch plaatsje als Bonito.' Na een kleine 10 minuten lopen komen we bij een smalle rivierarm, omgeven door bos. "Dit is wat we noemen het Aquarium Natural", licht de snorkelgids toe. "Hier gaan wij snorkelen." Ik kijk het water in en zie dat het glashelder is en dat er grote scholen vis zwemmen. "Het water is behoorlijk koud, zo'n 14 graden", vertelt de gids in Portugees. Ze kent weinig Engels maar praat langzaam en goed articulerend en daardoor kunnen we er redelijk wat van verstaan. De gids neemt ons even apart en zegt dat wij wel alvast het water in kunnen gaan, terwijl ze de anderen nog wat instructies geeft. Ze heeft goed door dat wij ervaren snorkelaars zijn die geen instructies meer nodig hebben.
Terwijl ze de rest van de groep nog wat instructies geeft over de snorkelmaskers en helpt met het goed opzetten daarvan, stappen wij het water in. Het water dringt langzaam binnen in mijn duikschoenen en inderdaad, het is behoorlijk fris. Maar dat weerhoudt mij er niet van me rustig in het water te laten zakken en mijn hoofd in het water te steken. Ai koud! Maar oh, wat mooi! Verrast kijk ik rond terwijl ik me langzaam verder het water op laat drijven. Harald en ik hebben al op een aantal schitterende plekken gedoken en gesnorkeld: in de Rode Zee in Egypte, bij het great Barrier Reef in Australië, die als een van de mooiste plekken ter wereld bekend staan. Daardoor had ik verwacht dat het snorkelen hier een beetje zou tegenvallen. Maar dat blijkt niet zo te zijn. Niet alleen zwemmen er heel grote groepen behoorlijk grote rood-gele vissen vlak langs me heen, ook zie ik heel veel fel-groene waterplanten onder me. En als ik goed kijk, zie ik ook groepjes heel kleine vissen, de meeste weliswaar niet zo fel gekleurd maar toch mooi om te zien. Het is inderdaad net of je in een enorm groot aquarium rond zwemt!
Ik drijf langzaam rond in de rivierarm. De rivier is ondiep en ik drijf maar net boven de waterplanten. Zo groen als het boven water is, zo groen is het ook onder water! De hele rivierbodem is bedekt met weelderig groen. Bijzonder om te zien, heel anders dan wat je in zee ziet. Het is midden op de dag en de zon staat recht boven de rivier en het zonlicht schijnt in bundels door de bomen heen het water in en kleurt de onderwaterplanten nog feller groen. Opeens zie ik tussen al dat groen een heel klein fel-rood visje. Het zwemt een lichtbundel in en dan zie ik een streep blauw op zijn rug oplichten. Wat een mooi visje! Er komen nog twee soortgenoten uit de waterplanten tevoorschijn en ik lig een tijdje te kijken hoe ze verkleuren als ze in en uit de lichtbundels zwemmen.
Inmiddels ligt de hele groep in het water en maakt de gids duiddelijk dat we haar 1 voor 1 moeten volgen. Heel rustig, om zo min mogelijk zand van de bodem op te wervelen en de waterplanten niet te beschadigen. Achter elkaar aan zwemmen we de rivier op. We hoeven eigenlijk niets te doen, want we drijven met de stroom mee. De rivier blijft ondiep en we scheren net over de waterplanten heen met rondom ons grote scholen met twee soorten grote vissen. De geel-rode vissen die ik in het begin al zag, van zo'n 30 a 40 centimeter lang en een iets grotere vissensoort die grijs-blauw is. De kleinere visjes zijn niet groter dan 5 centimeter en komen in veel meer soorten voor. Opeens komt er iemand naast me zwemmen. Het is niet Harald maar iemand uit de groep zwemt me voorbij en meteen daarna nog iemand. 'Waarom die haast?', vraag ik me wat geërgerd af. Waarom heb je er toch altijd van die types bij? Hoe sneller je zwemt hoe eerder je aan het eind bent en hoe minder je ziet. 'Nou ja, misschien is 't uit enthousiasme of hebben ze het koud', denk ik en laat me langzaam voortdrijven.
Na ongeveer een half uur drijven komen we bij een vlonder waar we eruit moeten. Ik ben er wel blij om, want ik heb het inmiddels behoorlijk koud en wat we zien is mooi, maar steeds hetzelfde, dus ik ben er wel klaar mee. Toch zwem ik nog een extra rondje om een laatste lange blik op deze wondere onderwaterwereld te werpen voordat ik verkleumd maar tevreden uit het water klim.
24 juli 2012
Harald en ik zitten op de motorkap van de auto, met de ruggen tegen de voorruit, naar de sterrenhemel te kijken. "Dit zit best wel lekker zo", zeg ik. "Ja, prima om uit te buiken en af te koelen", beaamt Har.
We hebben net in de auto gekookt en gegeten en nu is het in de auto veel te warm om te blijven zitten. Buiten is het niet koud, 20 graden, dus eigenlijk hadden we beter buiten kunnen koken, maar we waren te lui om alle kookspullen, de stoeltjes en de tafel buiten op te zetten. We hebben ons kamp voor de nacht opgeslagen langs een onverharde weg op twee meter van de grens van Brazilië en Paraguay. We zijn aan het begin van de middag vertrokken vanuit Bonito en via een binnendoorweg op weg naar Foz do Iguazu. Aan het eind van de middag bereikten we Ponta Pora, een grensplaats, en we besloten het waypoint voor een wildkampeerplek uit de GPS te nemen als overnachtingsplek. Zodoende staan we nu achter een kleine heuvel langs een onverharde zandweg, die langs de grens loopt.
"Daar komt weer een vrachtwagen", zegt Har. "Ja, wat een drukte nog, zo in het donker", antwoord ik. "Zou dit een smokkelroute zijn?" "De vrachtwagens zijn wel erg groot, lawaaiig en opvallend voor een smokkelvoertuig lijkt me", zegt Harald. "Ik denk eerder dat deze vrachtwagens van boerderijen hier in de omgeving komen." Toch zorgen we, zoals altijd als we wildkamperen, ervoor dat we zo weinig mogelijk opvallen en doen we het lampje uit zodra we een vrachtwagen horen aankomen.
Harald klimt van de motorkap en loopt, met zijn hoofdlampje op, een stuk bij de auto vandaan. "En, wat heb je ontdekt?" vraag ik als hij 10 minuten later terugkomt. "Een betere route om terug te rijden naar de weg", antwoordt Har. "Die is niet zo hellend en hobbelig als de route die we hierheen gereden hebben, maar redelijk vlak." "Oh top!", zeg ik, want ik vond de route hierheen maar eng, omdat de auto op een gegeven moment wel erg scheef hing. "We moeten dan wel door een modderig stuk", vervolgt Harald, "maar da's maar zo'n 30 meter en de modder is niet diep." Harald klimt weer op de motorkap en komt naast me zitten. In de verte zie ik het weerlichten. "Onweer", zeg ik, "gelukkig is het ver weg." "Komen we hier wel weg als het gaat regenen?" vraag ik. "Jawel hoor, we staan hier niet in de modder, maar op een vrij stenige ondergrond", zegt Harald. "Alleen als het veel regent kunnen we toch beter dezelfde weg terug nemen als dat we gekomen zijn." We blijven nog een tijdje zitten kijken naar het onweer dat in de verte wegtrekt en naar de sterren boven ons, terwijl regelmatig vrachtwagens over de onverharde weg achter ons voorbij rijden.
Om half 10 duiken we ons bed in want we willen om 6 uur, als het licht begint te worden, op staan. Niet veel later begint het licht te regenen, maar dat duurt maar 5 minuten en daarna wordt het weer droog. Er komen nog een paar vrachtwagens voorbij, maar toch val ik vrij snel in slaap. Ik word, zoals altijd, een paar keer wakker en dan draai ik me nog eens lekker om en slaap weer verder. Maar dan wordt ik wakker en hoor ik regen op het dak van de auto. Ik lig een paar minuten te luisteren. Het regent niet hard, maar het regent wel door. Harald draait zich om en ik fluister "Har, het regent", terwijl ik op het lampje van het klokje boven ons bed druk. "Da's balen", antwoordt Harald slaperig. "Het is 5 uur", zeg ik. "Zullen we maar opstaan en er vandoor gaan?" "Da's goed", antwoordt Harald. Een kwartier later zijn we aangekleed, hebben we het dak dichtgetrokken en zijn we klaar voor vertrek. "Eerst maar hier wegrijden, voordat het harder gaat regenen", zegt Harald. "Ontbijten doen we wel later." Het is nog pikdonker als Har de auto start en langzaam wegrijdt. Het is inmiddels gestopt met regenen, dus Harald neemt de vlakke route naar de weg. De eerste 200 meter gaat dat prima. Dan komen we bij het modderige stuk. Harald geeft iets meer gas en rijdt de modder in. Het is maar 30 meter, maar halverwege verliest de auto vaart. Harald schakelt snel terug naar de eerste versnelling en geeft wat meer gas, maar de auto blijft vaart minderen. "Oh, oh", roep ik verschrikt uit. "Het zal toch niet...? Ja hoor, we zitten vast." Ndugu staat stil, Harald geeft nog wat gas, maar we komen niet vooruit. "De banden slippen door", constateert hij.
We stappen uit en lopen om de auto heen. "Wat een vette bagger, zeg", zeg ik, terwijl ik door de modder stap. Binnen een mum van tijd heb ik een dikke laag rode klei onder mijn schoenen en heb ik net als Ndugu geen grip meer op het modderige oppervlak en beweeg me glissend en glijdend voort. "We waren er bijna", constateer ik. Het eind van de moddervlakte is slechts zeven meter van Ndugu's voorbumper verwijderd. Het profiel van de banden, het weinige profiel dat er nog op zit (na 60.000 kilometer met dezelfde banden), zit vol met klei en de banden zijn een paar centimeter weggezakt in de modder. "De rijplaten?" vraag ik Har. "Inderdaad", zegt Har, terwijl hij een rijplaat van de zijkant van de auto begint los te halen. Even later duwt hij de rijplaat half onder het linkerachterwiel dat het diepst in de modder is weggezakt, nadat hij eerst wat modder onder het wiel heeft weggeschept met de schop. "Laten we het zo maar eens proberen", zegt hij terwijl hij de auto in stapt. Hij start de auto, geeft gas, maar Ndugu komt niet vooruit. "Met één rijplaat redden we het niet", constateert Harald. We halen de tweede rijplaat los en leggen die half onder het rechterachterwiel. Daarna graaf ik nog wat modder weg voor de beide voorwielen, waarna Harald een nieuwe poging waagt om Ndugu uit de modder te rijden. Na het inschakelen van de difflocks lijkt het heel even te werken. Ndugu komt een paar centimeter naar voren, maar vooral het linkerachterwiel duwt de rijplaat diep de modder in, waardoor de plaat aan de voorkant omhoog komt. Het wiel moet nu tegen een flauwe helling op en slipt weer door. "De banden hebben te weinig grip op de rijplaten", concludeer ik. "Ik denk dat we gras en takken op de platen moeten leggen, misschien lukt het dan wel. En nog wat meer modder weggraven voor de wielen, zodat de rijplaten minder omhoog komen." "Goed plan", zegt Harald. Terwijl hij de modder weg schept pluk ik lang gras en breek ik dunne takken af van de kleine struiken die rondom de moddervlakte staan. 'Wel jammer dat er nu geen enkele vrachtwagen langs komt', denk ik bij mezelf. Als ik mijn handen vol heb loop ik terug naar de auto en leg de oogst onder het linkerachterwiel. "Meer?" vraag ik Harald. "Laten we het zo maar eens proberen", antwoordt hij. Harald klimt weer in de auto, start en geeft wat gas. "Shit!" roep ik, terwijl ik naar het linkerachterwiel kijk. "Hij lijkt meer grip te hebben, maar slipt nog steeds een beetje door. Ik denk dat we meer takken moeten hebben." Ik hoor Harald vloeken in de auto en dan geeft hij een flinke dot gas. En verdomd, Ndugu komt langzaam in beweging. Harald houdt het gas er flink op en rijdt de moddervlakte af en met een flink vaartje door het hoge gras en de kleine struikjes naar de weg. 'Voorzichtig nu', denk ik bij mezelf. 'Straks zit er een diep gat onder dat lange gras en maak je brokken.' Maar het gaat gelukkig goed en een paar tellen later staat Ndugu op de onverharde weg. Ik haal opgelucht adem. We hangen de rijplaten weer op de auto en terwijl de zon opkomt en de dikke grijze wolken rood kleurt rijden wij weg over de rode zandweg.
Zuid Amerika
- Brazilie, Iguazu en zuidkust
- Brazilie, Bonito
- Peru, Ollantaytambo
- Peru, Inca Trail
- Peru, Colca Canyon
- Bolivia, el Camino de la Muerte
- Bolivia, Sucre
- Bolivia, merengebied
- Bolivia, Salar de Uyuni
- Chili, rondom San Pedro de Atacama
- Argentinie, San Martin - Salta
- Chili, Carretera Austral
- Argentinie, van Lago Posadas naar Los Antiguos
- Argentinie, Perito Moreno
- Chili, Torres del Paine
- Argentinie, Vuurland
- Argentinie, grensovergang Chili
- Argentinie, langs de kust naar het zuiden
- Argentinie, Peninsula Valdes
- De haven van Buenos Aires
- Buenos Aires, Argentinie