home Header Image
home Header Image
Naamloos document

Cheetah's op de auto en chaos op de weg

 

27 november 2011

Aan het eind van de ochtend slaan we de weg naar het Serengeti NP in. Bij de ingang betalen we voor een bezoek van 24 uur en een overnachting op de camping 200 US dollar. We hebben nog even getwijfeld of we het wel zouden doen, we hebben immers al zoveel dieren gezien, maar vooral Harald wil erg graag de enorme kuddes gnoes en zebra's zien, die in deze tijd van het jaar vanuit Kenia weer terug komen naar het nieuwe, groene gras in de Serengeti. Ons plan is om het park via de noord-oostelijke ingang, Kleins Gate, te verlaten en daarvandaan naar Arusha door te rijden. Zo hoeven we niet door het Ngorogoro NP te rijden en sparen we 140 US dollar entreekosten voor dat park uit. Van het Britse stel dat we in Mwanza spraken hoorden we dat dit een redelijk ruige, maar mooie route naar Arusha is. Van een toerguide die we bij de ingang van de Serengeti treffen horen we dat die weg over het algemeen goed begaanbaar is, tenzij het net zwaar geregend heeft. "It's an African massage road (zijn grappige aanduiding voor een 'wasbord' weg) and when there is heavy rain, parts of the road get flooded by the river and you have to wait some hours until the water is low enough to pass", zo vertelt hij ons. Hmmm, denk ik bij mezelf, dat vind ik maar niets. "Maar dat kan je ook gebeuren in de Serengeti", voegt hij vervolgens toe. Ook daar word ik niet blij van. Nou ja, we zien het wel. We vragen de gids waar we de migrerende kuddes gnoes kunnen vinden. "Helemaal in het zuid-oosten van het park", antwoordt hij, "vlak bij de grens met het Ngorogoro NP." Vervolgens vertelt hij dat in het noorden van het park, bij de Kleins Gate, weinig beesten zitten in deze tijd van het jaar. Oké, goed om te weten.

Gelukkig hebben we geen last van overstroomde en onbegaanbare wegen op onze weg naar Seronera, het centrum van het park waar de meeste dieren en de campings zich bevinden. Ondanks de zware regens van de afgelopen dagen staan de riviertjes die de hoofdweg naar Seronera kruisen laag genoeg om gLiggende girafewoon doorheen te kunnen rijden. En hoewel er steeds meer wolken aan de hemel verschijnen, blijft het de hele dag droog. En zo wordt het een prettig dagje beesten kijken. We zien onder andere zebra's, giraffes, olifanten, en een gevlekte hyena en we genieten van het mooie, groene, afwisselende landschap. Pas om vier uur komen we bij Seronera aan en we besluiten niet nog door te racen naar het zuid-oosten van het park om de kuddes gnoes op te zoeken, maar om morgen die kant op te rijden en het park dan toch via het Ngorogoro NP te verlaten. We besluiten nog een klein rondje te gaan gamedriven en slaan de weg in naar de 'Maasai kopjes'. Maar de weg daar naartoe is zo modderig dat de auto begint weg te glijden. Dus maken we rechtsomkeerd en besluiten de camping op te zoeken.

28 november 2011Uitzicht over de Ngorogoro krater

"Weet je wat we gaan doen zo?" zeg ik tegen Harald, terwijl we door het Ngorogoro NP rijden. "We scheuren vandaag niet door naar Arusha. Als we zo bij het uitzichtspunt komen, gaan we daar lekker in de zon zitten, koud drankje uit de koelkast en iets lekkers erbij. Even lekker genieten van de zon, met uitzicht over de krater. Nu het eindelijk weer lekker zonnig is, wil ik er van genieten ook." "Dat klinkt als een prima plan", antwoordt Harald. Niet veel later halen we de stoelen uit de auto en zetten die op de rand van het uitzichtspunt. We gaan zitten met een blikje Cola en Fakudde gnoesnta en een zak chips onder handbereik en genieten van de zon en het prachtige uitzicht over de krater. "Het was een goede beslissing om toch door de Ngorogoro de Serengeti uit te gaan, in plaats van via de Kleins gate. Want anders hadden we de cheetah's en de kuddes gnoes en zebra's niet gezien", concludeer ik tevreden. "Ja die enorme kuddes gnoes en zebra's vond ik heel indrukwekkend", zegt Harald. "Die enorm uitgestrekte vlakte en dan zo ver je kan kCheetahijken gnoes en zebra's. Precies zoals ik me had voorgesteld." "En ik ben super blij dat we cheetah's hebben gezien", zeg ik. "Die wilde ik graag nog eens van dichtbij zien. We hebben er tijdens deze reis wel een paar keer een gezien, maar steeds zo ver weg!" "Ja, en nu hebben we er drie gezien en wel heel erg dichtbij! Naast en op de auto, hoeveel dichterbij wil je ze hebben!" "Wel super dat je het ook gefilmd hebt, Har."

 

 

29 november

Iets na 9 uur vertrekken we van de camping in Karatu, een plaatsje net buiten de Ngorogoro krater. "Het is maar twee uur rijden naar Arusha, dus dan zijn we nog mooi op tijd bij de garage om de auto te laten nakijken". "Ik ben benieuwd of de weg weer overstroomd is, net als de vorige keer dat we hier reden." "Ja dat zal wel, het was wel een heel heftige onweersbui vannacht." "Maar het regende niet zo heel lang. Wel heel hard, maar het duurde maar een klein uur, volgens mij, dus veel erger dan de vorige keer zal het toch wel niet zijn en dan kunnen we gewoon doorrijden." "Hmmm, maar er ligt hier wel op veel meer plekken flink veel modder op de weg. Meer dan de vorige keer. Kijk, hier is een deel van de berm helemaal weggespoeld."

Een half uurtje later komen we bij een Police checkpoint. Een agent houdt ons aan. Aangemoedigd door onze paar woorden Swahili, begint hij in het Swahili tegen ons aan te praten. We maken duidelijk dat we niet meer dan een paar woorden van de taal spreken. "Me, I don't speak much English", zegt hij. Hij wijst naar de weg verderop voor ons en maakt duidelijk dat daar iets mee is. "Flooded?" vragen wij en hij knikt. "You can prove yourself", zegt hij tegen ons met gevoel voor understatement en gebaart ons dat we door kunnen rijden. "Oké, dat klinkt alsof hij denkt dat wij er wel doorheen kunnen", zeg ik als we verder rijden. Niet veel later komen we in een stilstaande file terecht. Wij sluiten achteraan in de file en stappen uit om te kijken wat er aan de hand was. "Hmmm, er staan ook veel 4x4 toerauto's tussen, dat voorspelt weinig goeds", merk ik op. "Zij komen er blijkbaar ook niet door."

Even later zien we waarom iedereen stil staat. De brug over de rivier, een heel stuk weg daarnaast en hele omgeving van de weg is verdwenen onder een enorme, meters hoge muur van rotsblokken, ontwortelde bomen en modder. "Tjee, overstroming wegwat een ravage!" zeg ik, nadat we een paar tellen hebben rondgekeken. "Daar komen wij met ons autootje dus echt never nooit niet doorheen." We klimmen de helling naast de ravage een klein stukje op om wat overzicht te hebben. De heuvel naast de weg is grotendeels weggeslagen en de rotsblokken, grond en bomen zijn in en naast de rivier op de weg terecht gekomen en vormen nu een enorme dam in de rivier en over de weg. Een bruine modderrivier stroomt naast de dam over de weg. "Dit ruimen ze niet weg in een paar uur lijkt mij", zeg ik. "In Nederland wel, maar hier in Afrika doen ze daar wel een paar dagen over, denk ik", reageert Har. "Is er een andere route die we kunnen nemen?" We lopen terug naar de auto en bestuderen de kaart. "Er is wel een andere route, maar die loopt door het Lake Manyara National Park. Ik vraag me af of die begaanbaar is in deze tijd van het jaar", zeg ik. "Laten we maar eens met wat toergidsen gaan praten. Die weten dat vast."

Niet veel later zijn we er achter dat de weg door het Lake Manyara ook deels weggespoeld is en dus geen optie is. Er is geen alternatieve route, behalve terug door de Ngorogoro en de Serengeti en dan weer onderlangs, wat vier dagen rijden is. Maar de toergidsen verwachten dat de weg vandaag nog begaanbaar wordt gemaakt. "The government is on top of it and the army is on its way. It's a national crisis", aldus een van de gidsen. We hebben er weliswaar niet alle vertrouwen in dat hij gelijk zal krijgen, maar omrijden via de Ngorogoro en Serengeti is geen optie. Dus we zullen moeten wachten tot we er door kunnen. We kunnen alleen maar afwachten en besluiten er het beste van te maken. Het is prachtig, zonnig, warm weer en we lopen terug naar de ravage om daar de chaos en bedrijvigheid eens uitgebreid te bekijken. Een aantal mannen is druk bezig een paar dammen in de niet al te diepe modderrivier te bouwen. Ze sjouwen met rotsblokken en boomstammen en al gauw zijn er drie smalle dammen. Hierover lopen voetgangers van de ene naar de andere kant van de rivier, zonder natte voeten te krijgen. We zien dat ze de mannen die dammen gebouwd hebben wel moeten betalen. Al gauw ontstaat er ruzie tussen de dammenbouwers over voetgangers die ze van elkaar af proberen te snoepen en proberen te overtuigen dat hun dam toch echt beter is. Stromen voetgangers steken de dammen en de rivier over. Ze sjouwen koffers, trossen bananen, plastic teilen met mango's en zelfs soms een fiets mee, vaak op hun hoofd. Veel mensen stappen aan de ene kant van de chaos uit een van de vele kleine busjes die over deze weg heen en weer rijden en stappen aan de andere kant weer in zo'n busje. Voor hen is de versperring alleen een ongemak, een kleine vertraging. Ook de meeste toergidsen regelen ander vervoer aan de andere kant van de overstroming. Kleine groepen blanken, soms jong, soms al bejaard steken nu ook de rivier over. Ze worden geholpen door lokale mannen en jongens die - uiteraard tegen betaling - hun bagage sjouwen of hun hand vasthouden terwijl ze over de boomstronken en rotsblokken balanceren. We spreken nog een paar toergidsen aan, die allemaal het verhaal van de eerste toergids staven en onze hoop vandaag hier nog weg te komen doen groeien. Er is inmiddels een shovel gearriveerd aan de andere kant van de rivier. Hij is nog een heel eind verderop bezig, maar we zien hem het puin schepje voor schepje opzij ruimen en heel langzaam komt hij dichterbij. Ook het leger arriveert. Grote groepen mannen in het groen, die over het algshovel aan het werkemeen niets staan te doen en foto's van de ravage maken. Een enkeling helpt oude mensen en vrouwen met baby's de rivier over te steken. Het lijkt nu gedaan met de betaling voor het gebruiken van de dammen. We lunchen bij de auto, met een broodje jam en water en gaan daarna op ontdekkingstocht naar de overkant van de overstroming. We lopen over een van de dammen, zonder te hoeven betalen. We lopen langs de shovel, die inmiddels begonnen is aan het grootste obstakel van deze hele ravage: de enorme dam van rotsblokken zo groot als koelkasten, boomstronken en de opgefrommelde vangrail.

Aan de overkant zien we dat de shovel daar meer werk had dan we 'onze' kant konden overzien. Een paar honderd meter weg is weggeslagen en de gapende gaten die zijn ontstaan zijn inmiddels opgevuld met keien. Een paar meter verderop heeft de shovel ook al rotsblokken en modder opzij moeten scheppen. De huizen die hier langs de weg staan zijn getroffen door de modderstroom. De huizen die wat lager liggen dan de weg zijn volgelopen met modder en de bewoners staan de modder uit hun huizen te scheppen. Even later lopen we weer terug naar de rivier en tot onze schrik is de shovel weg. "Shit, hij zal toch niet kapot zijn?", zeg ik geschrokken. "Ik hoop het niet, want ander materieel is er niet, dus die shovel is onze enige redding op dit moment", zegt Har. We kijken rond, om te zien waar de shovel heen gegaan kan zijn, maar zien niets, ook geen ander materieel en onze hoop verschrompelt. Een paar minuten later komt de shovel weer aanrijden. "Gelukkig, daar is 'ie weer", zeg ik opgelucht. "Waarschijnlijk even gaan bijtanken of zo", denkt Harald. We kijken toe hoe de shovel weer aan het werk gaat en weer schepje voor schepje puin wegschept. Hij heeft inmiddels een redelijke bres geslagen in de dam van rotsen en boomstronken. Weer hoopvol gestemd lopen we naar de auto terug. "Laten we weer blikjes drinken, de halve zak chips en de leesboeken pakken en ons installeren bij de dam. Dan kunnen we wat lezen en tegelijkertijd een oogje houden op de vorderingen." Zo gezegd zo gedaan en even later zitten we op een betonblok met een koud drankje Ravage bijna opgeruimden de zak chips de vorderingen van de shovel in de gaten te houden. Die heeft moeite om de enorme rotsblokken, die groter zijn dan zijn bak, weg te krijgen. Maar gelukkig maakt hij nog steeds vorderingen. We babbelen met een paar toeristen. Dan zien we de shovel weer wegrijden. "Waar gaat hij heen, weer een tankstop? Hopelijk heeft hij geen panne ofzo!" De shovel rijdt naar achter en dan verschijnt een andere, grotere shovel. "Oh top, die krijgt die grote rotsblokken wel weg!" Nu gaat het werk een stuk sneller en nog geen uur later is er een weg vrijgemaakt door de puinhoop.

Om kwart over vier lopen we terug naar de auto en tien minuten later rijden we stapvoets door het water en langs de opzij geschoven rotsblokken. "Dat was best een interessante ervaring", zeg ik. "Ik heb me geen minuut verveeld en ben nog lekker bruin geworden ook. Dit is leuker dan een dag zonnen bij het zwembad."